The Netherlands Cohort Study on Education

De Nederlandse Cohortstudie Onderwijs (afgekort: NCO) maakt gebruik van longitudinale registergegevens over de plaatsing van cohorten leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs. Deze studie is geïnitieerd en gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), met name door het Nederlands Onderzoeksinitiatief Onderwijs (NRO). De dataset is ondergebracht bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), waar deze wordt gecombineerd met administratieve gegevens van scholen over de prestaties van leerlingen, zoals de gestandaardiseerde testscores die in ons onderzoek worden gebruikt. De Nederlandse Cohortstudie Onderwijs bestaat momenteel uit drie pijlers. De eerste pijler brengt de onderwijstrajecten van leerlingen in kaart en hun traject naar het hoger onderwijs, en combineert dit met zeer rijke en uitgebreide informatie over hun (sociale en familiale) achtergrond aan de hand van registergegevens van het CBS. Voor elke leerling is informatie beschikbaar over leeftijd, geslacht, land van herkomst, burgerlijke staat van de ouders, huishoudgegevens, sociaaleconomische status (SES) van zowel de leerling als zijn/haar ouders, en regionale variabelen. Ouderlijke variabelen omvatten variabelen over hun hoogst behaalde opleidingsniveau, SES, arbeidsstatus, inkomen en vermogen. De financiering van Nederlandse basisscholen is deels gebaseerd op de sociaaleconomische achtergrond van de schoolpopulatie. De NCO-dataset bevat daarom ook informatie over of en in hoeverre een schoolpopulatie bestaat uit leerlingen met een achtergestelde sociaaleconomische status.

De tweede pijler bestaat uit aanvullende informatie op schoolniveau. Deze informatie is beschikbaar via het Nederlandse ministerie van Onderwijs en de Nederlandse Onderwijsinspectie. Het gaat om gegevens over bijvoorbeeld de grootte van de school, de mate van verstedelijking van de locatie van de school en de (religieuze/seculiere) denominatie ervan. In de toekomst zal deze informatie worden aangevuld met meer gedetailleerde gegevens over het onderwijsproces en de kwaliteit van de school.

Een derde pijler bestaat uit microgegevens over de prestaties van leerlingen uit schooladministratiesystemen. Basisscholen in Nederland zijn verplicht om de voortgang van hun leerlingen op gebieden als lezen, spelling en rekenen te volgen. De meeste scholen gebruiken hiervoor een nationale gestandaardiseerde toets, waardoor informatie beschikbaar is over de ontwikkeling van de prestaties van leerlingen tussen de leeftijd van 8 en 12 jaar.

Op basis van deze gegevens worden jaarlijks 10.000 vertrouwelijke schoolrapporten opgesteld voor elke school in het basis- en voortgezet onderwijs om schoolbesturen, schoolleiders, leerkrachten en kwaliteitscontroleurs te informeren over de prestaties van leerlingen op hun school en de resultaten nadat ze de school hebben verlaten.

Bezoek Projectwebsite